rouw introvert hoogbegaafd

Als ongemak er gewoon mag zijn

Karolien Koolhof
Als ongemak er gewoon mag zijn

De afgelopen weken stonden in het teken van afscheid nemen. Mijn vader overleed plotseling, en de eerste dagen voelden onwerkelijk. Terwijl er van alles geregeld moest worden, liepen verdriet en ongeloof door elkaar heen. Inmiddels is er meer rust gekomen. Het gemis is er nog, maar minder scherp. En ergens in dat proces leerde ik iets wat ik anderen vaak vertel, maar nu opnieuw mocht ervaren: dat ongemak er mag zijn.

Rouw voelt soms onhandig. Je weet niet precies wat je nodig hebt, of hoe je je zou “moeten” voelen. Er zijn momenten dat ik me verdrietig voel, en momenten waarop ik gewoon door wil gaan. Beide zijn even echt. Wat me opvalt, is hoe verschillend mensen omgaan met verlies. Ik hoor vaak: “Neem je tijd.” Of: “Dapper dat je er gewoon bent.” Lief bedoeld, maar rouw betekent voor mij niet stilzitten. Ik heb juist ook behoefte aan gesprekken, nadenken en iets bijdragen.

Ik merk dat ik momenteel twee kanten in mezelf nog beter leer kennen. Aan de ene kant is er mijn introverte kant. Die heeft tijd nodig om te verwerken, om na te denken, om stil te kunnen zijn. Die zoekt rust, structuur, vertrouwde dingen. Aan de andere kant is er mijn hoogbegaafde kant. Die leert snel, past zich gemakkelijk aan en heeft behoefte aan uitdaging. Als ik te lang thuis zit, zonder iets wat me mentaal prikkelt, word ik juist onrustig.

Die combinatie maakt dat ik denk ik niet pas in het stereotype beeld van iemand in rouw. Ik heb wel behoefte aan ruimte, maar niet per se aan leegte. Het helpt me om bezig te blijven met dingen die betekenis hebben. In gesprek met anderen, schrijven, nieuwe ideeën verkennen. Niet om te vluchten, maar juist om te blijven voelen.

Dat zoeken naar evenwicht is soms lastig. De ene dag lukt het goed om me te concentreren, de volgende dag heb ik weinig energie. Maar ook dat hoort erbij. Ik probeer minder te oordelen over wat “zou moeten”. Er is geen goed of fout tempo.

Ongemak 

In mijn werk gebruik ik vaak ACT (Acceptance and Commitment Therapy). Daarin gaat het niet om het wegduwen van nare gevoelens, maar om ze te erkennen en toe te laten zonder dat ze de regie nemen. Niet vechten met wat er is, maar er op een andere manier mee omgaan.

De afgelopen weken heb ik dat opnieuw op mezelf mogen toepassen. Rouw laat zich niet plannen of voorspellen. Soms komt het ineens opzetten, midden in iets alledaags. Een liedje, een zin, een herinnering. En soms is het dagenlang rustig.

Mijn eerste neiging is om te analyseren, te begrijpen wat er precies gebeurt. Dat zit in mijn aard. Maar ik merk dat dat niet nodig is. Het helpt meer om gewoon te merken: dit is er nu. Zonder oordeel.

Soms betekent dat even niets doen, of juist een stukje schrijven. Soms een gesprek aangaan, soms een wandeling maken. Door het niet groter te maken dan het is, blijft het ook hanteerbaar.

Levenslessen

Mijn vader was een rustige denker. Hij bekeek dingen graag van verschillende kanten en hield van analyseren, maar deed dat altijd met een glimlach. Hij dacht goed na, maar kon ook relativeren. “Een zes is ook voldoende,” zei hij ooit, toen ik als student weer eens te hard mijn best deed.

Die uitspraak hoor ik de laatste tijd vaak in mijn hoofd. Het was zijn manier om te zeggen: het hoeft niet perfect. Doe wat belangrijk is, maar vergeet niet te leven.

Hij heeft me geleerd dat nadenken waardevol is, maar dat je ook mag stoppen met denken. Dat je soms gewoon mag vertrouwen op wat goed voelt, zonder het te willen doorgronden. Dat is een les die ik nu weer ervaar.

Ik herken zijn rust in mezelf. En ook zijn neiging om alles te willen begrijpen, met dat verschil dat ik nu beter weet wanneer ik mag loslaten.

Verder

Langzaam ontstaat er weer ritme. Ik werk weer deels, voer coachgesprekken, bereid dingen voor, en neem ook tijd om stil te staan. Het voelt goed om weer te doen waar ik van hou, al is het in een wat rustiger tempo.

Ik heb gemerkt dat rouw niet betekent dat je alles moet stilzetten. Voor sommige mensen werkt dat, voor mij niet. Ik krijg juist energie van betekenisvolle gesprekken en het gevoel iets bij te dragen. Het geeft richting, structuur en houvast.

Dat betekent niet dat het gemis er niet is. Het is er nog steeds, maar anders. Minder als een golf die me overspoelt, meer als een lichte rimpeling die me herinnert aan wat belangrijk is.

Ik weet inmiddels: rouw verdwijnt niet, maar verandert. Het loopt met je mee, op de achtergrond, zonder altijd aanwezig te zijn. En dat is goed zo.

Eerlijk

Ik had verwacht dat rouw zwaar zou zijn, maar het is vooral eerlijk. Er is geen masker, geen behoefte aan mooie woorden. Het haalt dingen terug naar de kern. Wat echt belangrijk is, blijft over. Wat ruis was, valt weg.

Ik merk dat ik ook zachter ben geworden, naar mezelf, maar ook naar anderen. Minder snel geneigd om te oordelen of te haasten. Dat is misschien het meest onverwachte cadeau van deze periode: dat verlies niet alleen iets wegneemt, maar ook iets brengt.

Mijn vader leerde me goed nadenken, maar ook om het niet te serieus te nemen. Hij wist dat het leven soms gewoon doorgaat, met al zijn kleine ongemakken, grappen en gebreken. Die houding helpt me nu. Ik hoef niets te forceren. Ik mag het doen op mijn manier.

Geen goed of fout

Wat ik in deze weken vooral leer, is dat er niet één manier is om te rouwen. Sommige mensen hebben stilte nodig, anderen activiteit. Sommigen trekken zich terug, anderen zoeken juist de wereld weer op. Er is geen goed of fout, zolang het bij je past.

Voor mij is het een combinatie van beide: rust én denken, stilstaan én doorgaan, verdriet én berusting. Het is zoeken naar een nieuw evenwicht en dat mag in fases, met haperingen en met glimlachen tussendoor.

Of, zoals mijn vader zou zeggen: Een zes is ook voldoende.

Karolien Koolhof

Over de auteur

Terug naar overzicht